Als het grondwoord een letter, cijfer, symbool of initiaalwoord is, gebruiken we een apostrof om een meervoud, een bezitsvorm, een verkleinwoord of een andere afleiding te vormen.
NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Opmerkingen:
(a) De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid en -schap verbinden we met een streepje. Andere achtervoegsels met een apostrof.
VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
(b) Een voorvoegsel wordt aan een letter, cijfer, symbool of initiaalwoord verbonden met een koppelteken: al dat ge-sms tegenwoordig, ge-e-maild
Zie ook: samenstelling met cijfer, letter of symbool
Zie ook: aaneenschrijven van telwoorden