Klank die we horen tussen de woorddelen in sommige samenstellingen en afleidingen. Voorbeelden: de /s/ tussen station en gebouw in stationsgebouw, de toonloze /ə /*, soms uitgesproken als /ə n/, tussen eeuw en oud in eeuwenoud, de toonloze /ə / tussen vrucht en loos in vruchteloos.