Als het linkerdeel van de samenstelling al eindigt op -en, is er geen echte tussenklank. We behouden de schrijfwijze van dat deel.
havengebied
keukentafel
molensteen
In sommige samenstellingen kunnen we de samenstellende delen nauwelijks of niet herkennen. We noemen ze versteende samenstellingen. Andere woorden zijn slechts in schijn samenstellingen. Op deze woorden passen we de regel niet toe.
Voorbeelden:
apegapen (op – liggen)
apekool
apelazarus (zich het – werken)
apezuur (zich het – werken)
bakkebaard
bolleboos
bruidegom
bullebak
duimelot
deuvekaters
elleboog
hazewind
kakebeen
kattebelletje (haastig geschreven briefje)
kinnebak
klerezooi
koekepeer
kruizemunt
ledemaat
nachtegaal
petekind
pierement
pierewaaien
redekaveling
rederijker
ruggespraak
scharretong
schattebout
sikkepit
stedehouder
takkewijf
wielewaal
zinnebeeld
zottebollen
Bij twijfel geeft de Woordenlijst uitsluitsel.
Sommige samenstellingen zijn ontstaan doordat een woordgroep aan elkaar is gegroeid. Vaak hebben de zelfstandige naamwoorden een oude naamvalsvorm. Dat bepaalt de schrijfwijze.
’s anderendaags
goedendag
grotendeels
inderminneregeling
ingebrekestelling
meestentijds
merendeel
ondercurateleplaatsing
Bij twijfel geeft de Woordenlijst uitsluitsel.