(1) Als we een samenstelling maken waar een woordgroep deel van uitmaakt, schrijven we alle delen aan elkaar vast.
(2) Tussen de delen van een woordgroep die uit uitheems woorden bestaat, schrijven we in dat geval een koppelteken.
(3) Een eigennaam die uit meer dan één woord bestaat, en dus meer dan één hoofdletter heeft, krijgt geen koppelteken in een samenstelling of een afleiding.
(4) Als de woordgroep eindigt met een symbool, cijfer of letter, schrijven we een koppelteken vóór het rechterdeel van de nieuwe samenstelling.
lange afstand – langeafstandsraket
eerste minister – eersteministerportefeuille
tweede kans – tweedekansonderwijs
open haard – nepopenhaard
sociale zekerheid – basissocialezekerheid
We gebruiken een koppelteken in geval van klinkerbotsing.
eerste minister: vice-eersteminister
Als het eerste deel van de woordgroep een telwoord is, dan schrijven we het vast in de driedelige samenstelling. Maar als we het telwoord met een cijfer schrijven, gebruiken we een spatie.
elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
a capella – a-capellakoor
haute couture – haute-couturewinkel
ad hoc – ad-hocbeslissing
Voor samenstellingen met Engelse woordcombinaties gelden speciale regels.
Zie ook: Engelse samenstellingen
Middellandse Zee – Middellandse Zeegebied
Abu Dhabi – Abu Dhabireis
Rode Kruis – Rode Kruispost
Koningin Beatrix – Koningin Beatrixestafette
Tweede Kamer – Tweede Kamerleden
Ave Maria – Ave Mariaatje
Als de eigennaam het rechterdeel vormt van een samenstelling, gebruiken we een koppelteken voor het eerste woord van de naam.
Rode Kruis – het mini-Rode Kruis
New Yorker – ex-New Yorker
New Yorks – zwart-New Yorks
Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur